Interface voor wisselspoelen met hoge stroom
Sommige wisselaandrijvingen vragen veel meer stroom dan een normale wisseldecoder of een interface als de MGV77 kan leveren.
Een voorbeeld daarvoor is de PECO aandrijving met dubbele spoel, en ander voorbeeld is Märklin 74490 of 7549.Hieronder vind U een lijst met gemeten waarden. De lijst gemeten met normale instrumenten en hiervoor kan geen enkele aansprakelijkheid worden onleend.
Met de MGV76 interface, kan , mits aangesloten aan een MGV50, de interne eindschakelaars van de wisselaandrijving worden doorverbonden, waardoor meestal deze aandrijving beter functioneert.
Dankzij de optie in LocoNet, hoeft de mGV50 slechts te worden geprogrammeerd als pulse uitgang, waardoor afschakeling van de spoel na ca 0,2 Sec is gewaarborgd.
( zie ook onder aan deze pagina )
De power darlington transistors op de interface zijn 10 Amp types.
De interface is electrisch gescheiden van het LocoNet netwerk d.m.v. opto-couplers.
Een aparte voedingstrafo is nodig. Maximaal 16Vac en minimaal 24 VA.
Niet alle wisselaandrijvingen hebben en zo hoge spanning nodig.
Raadpleeg altijd de gebruiksaanwijzing van de aandrijving.
Een trafo , aangesloten als voeding voor de MGV76, zal altijd een hogere spanning opleveren voor de wisselaandrijving.
Door de gelijkrichter op de interface wordt de verkregen dc spanning hoger.
Hier volgt een berekening hiervoor.
dc on board = (1,4 x ac_of _trafo) - 1,3
met 15 Vac aangesloten, de dc op de print zal 1,4 x 16 - 1,3 = 21,1 Volt bedragen.
In de praktijk zal deze spanning nog wel hoger zijn, omdat een onbelaste trafo vaak nog wat hogere spanning afgeeft.
In geval van kortsluiting zal zekering F1 worden aangesproken. Deze reset zichzelf nadat sluiting is verholpen of voeding is afgeschakeld.